Een van de grootste voordelen is dat de meeste vennootschappen een aparte rechtspersoon zijn. De aparte rechtspersoonlijkheid zorgt ervoor dat de vennootschap een eigen vermogen heeft dat afgescheiden is van de privévermogens van de achterliggende aandeelhouders of vennoten. Hierdoor is de aandeelhouder beperkt aansprakelijk.

Wat bedoelen we daar nu net mee? Wel, bij de oprichting van een vennootschap stort je als aandeelhouder meestal een bepaalde som geld in de vennootschap. Dit noemen we het kapitaal of de inbreng. In ruil daarvoor krijg je aandelen in de vennootschap. Deze aandelen vormen het bewijs dat jij eigenaar bent van de vennootschap.

Nu terug naar de beperkte aansprakelijkheid. Als aandeelhouder van de vennootschap kan je alleen het geld verliezen dat je in de vennootschap hebt gestort als inbreng of kapitaal. Je bent dus “beperkt aansprakelijk”, maximaal tot datgene wat je zelf hebt ingebracht. Dit is natuurlijk een groot voordeel wanneer er in jouw onderneming financiële problemen ontstaan. Door deze duidelijke scheiding met het je privévermogen, ben je immers minder blootgesteld aan financiële risico’s en weet je op voorhand goed wat het “worst-case” scenario is voor jou als privépersoon.

Naast de beperkte aansprakelijkheid biedt de vennootschap ook wat meer financiële mogelijkheden. Zo kun je de samenwerking met meerdere partners beter organiseren en bovendien meer financiële middelen aanspreken. Ook de fiscaliteit van een vennootschap is in bepaalde gevallen voordeliger. Het standaardtarief van de vennootschapsbelasting is met 25% aanzienlijk lager dan dat van de personenbelasting.

Hoewel je de inkomsten natuurlijk nog uit de vennootschap moet krijgen, zijn er tal van mogelijkheden tot fiscale optimalisatie die jou toelaten het maximale fiscaal voordeel te genieten. Zodra je inkomen in de éénmanszaak sterk stijgt, zal je om fiscale redenen gewoonlijk de ‘upgrade’ maken naar een vennootschapsvorm.